Synagoge
Lees hieronder meer over de geschiedenis van dit gebouw of luister naar het audiobestand:
Al in de middeleeuwen kende Zutphen een kleine Joodse gemeenschap. Van een volwaardige Joodse gemeente is echter pas sprake sinds het begin van de negentiende eeuw.
Eerste synagoge in Zutphen
In mei 1798 kochten Asser Levie en Simon Vles een ‘huis en wheere binnen Zutphen op de Nieuwstad op het plein bij de Eekmole, uitkomende achter het huis van de Comparanten’. Er woonden toen zo’n zestig Joden die nu in een eigen sjoel (synagoge) bijeen konden komen. Omstreeks 1810 waren dat er al honderd, waardoor het gebouw te klein was geworden. De gemeenschap besloot daarom een nieuwe synagoge te bouwen.
Een nieuwe synagoge
De Joodse gemeenschap betrok in 1814 de nieuwe synagoge aan de Rosmolensteeg, die grotendeels werd gebouwd met materiaal van de afgebroken sjoel in de Nieuwstad. Kort na de viering van het zestigjarig bestaan van de nieuwe synagoge werd weer besloten tot nieuwbouw, omdat de gemeente intussen was uitgegroeid tot zeshonderd personen.
Synagoge aan de Dieserstraat
Twee panden en het erf aan de Halterstraat werden aangekocht en in de tuin die uitkwam in de Dieserstraat werd de nieuwe synagoge gebouwd, naar ontwerp van D. Lijsen. Het synagogegebouw heeft een karakteristieke voorgevel met rondboogfriezen. Op 15 augustus 1879 werd de synagoge ingewijd door de Thorarollen in een feestelijke dienst. Dagelijks werden drie diensten gehouden. De ingang van het gebouw is gelegen richting Jeruzalem. In de geveltop zijn ingemetselde tafelen met de Tien Geboden te zien. Na de oorlog raakte het gebouw in verval en werd het ingericht als bedrijfspand. In 1976 kocht de gemeente het pand voor sloop en woningbouw. De stichting tot Behoud Synagoge Zutphen deed er alles aan om dit te voorkomen. Met succes, want in 1982 werd de synagoge aangekocht van de gemeente en vervolgens overgedragen aan de Stichting Oude Gelderse Kerken.
Tekst gaat verder onder de foto.
Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de synagoge geplunderd en werd bijna het hele interieur vernield. In datzelfde jaar richtten NSB’ers ook vernielingen aan op de Joodse Begraafplaats in Zutphen. Er werden grafstenen uit de grond getrokken en meegenomen. In 1930 telde de gemeenschap 476 personen, na afloop van de oorlog slechts zestig. Enkele jaren later waren dat er nog maar dertig. Na de oorlog werd besloten om het synagogegebouw te verkopen, omdat de resterende Joden niet meer in staat waren een dergelijk kostbaar gebouw te herstellen en te onderhouden. Het gebouw werd verkocht en er vestigde zich een machinefabriek.